Dido en Aeneas van Purcell
Dido en Aeneas van Purcell. Belinda, Dido’s hofdame dringt er bij de machtige Koningin op aan om de zorgen over de toekomst van haar rijk opzij te zetten. De hele hofhouding is het met Belinda eens. Dido echter blijft zeer bezorgd: “Vrede en ik zijn vreemden voor elkaar”. Zij maakt zich vooral zorgen over haar gevoelens voor de prins Aeneas, die zojuist is aangespoeld op haar kust. Zowel Belinda als de hofhouding dringen er bij Dido op aan om toch vooral met hem te trouwen – een oplossing voor zowel de verliefdheid van Dido als de onzekere toekomst van Carthago. Aeneas treedt het kasteel binnen en – aangemoedigd door het koor – overtuigt hij Dido om toch vooral zijn liefde te beantwoorden.